Nog niet jarig

Het is bijna zover. Na drie weken voltijds aan de boot werken op de werf in Karlovassi  is het tijd voor ontspanning. Eindelijk geen ladder meer nodig om met twee honden de boot op te klimmen, afwaswater en nachtelijke plasjes af te voeren. Eindelijk geen met stof en chemicaliën bedekte boot meer. We drijven weer en ook nog in een idyllische ankerbaai met uitzicht op de Turkse kust. Waar kun je beter je verjaardag vieren dan hier?

Lees verder “Nog niet jarig”

Dierendag

Voor de wat minder sociaal getalenteerden zoals wij is het een uitkomst: onze hondenbemanning. Terwijl wij net aangekomen in een nieuwe haven nog wat stuurs en onwenning om ons heen kijken, hebben zij allang weer nieuwe vrienden gemaakt. Honden of mensen, dat maakt ze niet uit. En zo komen wij ook nog eens aan een praatje.

Lees verder “Dierendag”

Tussen de regels door

‘Hoe spel je dat?’, vraagt de slecht Engels sprekende meneer van de havenpolitie als ik onze bootnaam ‘Coco’ noem. ‘Charley uuuuh… Otto’, stamel ik twee keer onzeker. Het internationale scheepvaart spellingsalfabet is wat weggezakt in mijn geheugen. ‘Oscar’ moest het natuurlijk zijn. Gelukkig krijgen we desalniettemin toestemming om te vertrekken uit de Rougas baai, net iets oostelijk van Vonitsa.

Lees verder “Tussen de regels door”

Op de werf

(For English click here) ‘No problem’, zegt de visser, maar ik betwijfel het ten zeerste als ik de grote witte Griekse herdershond met opgetrokken lippen en een opengesperde bek op ons af zie komen. Onze onbevreesd blaffende Sammie lijkt zijn eerste doelwit. Terwijl ik een dikke bamboestok met twee handen zo hoog mogelijk boven mijn hoofd hef, kijk ik recht in zijn bek. Hij deinst niet terug. Dan sla ik de stok met al mijn kracht op zijn kop. Hij breekt. Bamboe is niet sterk. Gelukkig druipt de hond toch af. Opgelucht, maar nog enigzins natrillend, stappen we de taverne in, waar we zojuist zijn uitgenodigd voor de restanten van de paasdis. Kalo Pascha (mooie Pasen)!

Lees verder “Op de werf”

Kleine wereld

For English click here

Even zakt de moed me in mijn schoenen. Als ik met Dagmar de Lidl in Arta inloop, zie ik dat de schappen met ‘niet-essentiele’ artikelen alweer met rood-wit lint en plastic hoezen zijn afgedekt. Waarschijnlijk betekent dit dat onze regio Arta nu ook van ‘rood’ naar ‘diep rood’ is gegaan, de lockdownregels weer strenger zijn geworden en onze wereld weer een stukje kleiner.

Lees verder “Kleine wereld”

Van niks naar nergens

Als de weersvoorspelling dan eindelijk twee rustiger dagen aangeeft, zijn we er klaar voor. De voorraden zijn maximaal aangevuld, want we weten niet hoe lang het duurt voor we weer voorzieningen zoals stromend water en een winkel tegenkomen. Als we dubbel gereefd toch nog op topsnelheid de baai uitzeilen, vragen we ons af wat er van de ‘rustige’ weersvoorspelling uit gaat komen. Zodra we de beschutting van de baai achter ons laten, komen daar de hoge golven bij die nog doorstaan van twee weken harde wind. Het wordt een zware tocht. Met de golven zo goed als dwars op de boot wanen we ons geregeld in een wasmachine. Gelukkig zit de snelheid er wel goed in en pakken we vroeg in de middag een mooring op in de perfect beschutte oostelijke baai van het bijna onbewoonde eilandje Levitha.

Lees verder “Van niks naar nergens”

Blauwe zone

Het blauw van de lucht gaat hier bijna naadloos over in het blauw van de zee, maar dat is niet wat ze bedoelen met ‘blauwe zone’. Die term verwijst naar een aantal gebieden op de wereld waar de mensen meetbaar langer leven en relatief veel honderdjarigen voorkomen. Het eiland Ikarias is er één van. Ik twijfel nog of ik zelf honderd wil worden, maar voor het geval dat, wil ik wel graag weten hoe ze dat nou eigenlijk doen.

Lees verder “Blauwe zone”

Normaal

De Griekse taverna’s mogen weer open, wij mogen weer varen en langzaam maar zeker opent Griekenland haar grenzen weer voor toeristen. Terug naar normaal dus. Of toch niet helemaal?

Lees verder “Normaal”

Naar de dokter

Zaterdagnacht word ik wakker van een stekende pijn in mijn scheenbeen. De pijn is zo hevig dat ik er niet meer van kan slapen. Jackie is vrolijk als altijd als ik om zes uur maar vast opsta en we lopen ons vaste ochtendrondje.

Lees verder “Naar de dokter”

Familiebezoek

Van je familie moet je het hebben, zeggen ze. En omdat Ron bijna jarig is, en zestig wordt, komen ze op visite. Met z’n vieren maar liefst: z’n zus Moniek, haar twee dochters, Sophie en Cleo, en de vriend van Cleo, Otto. Het is een flitsbezoek: zaterdagochtend komen ze aan en zondagavond vliegen ze weer terug. Maar soms is er weinig tijd nodig om veel mee te maken.

Lees verder “Familiebezoek”