Schril contrast

Eindelijk is het zover. Na een dikke week verwaaid liggen in Monemvasia kunnen we doorvaren naar Kythira, een eilandje op onze route naar Kreta. De omstandigheden lijken redelijk te zijn met alleen in de ochtend nog wat veel wind en golven. Met zonsopkomst en een eerste kop koffie gooien we los. Alles is rustig. Het belooft een prachtige dag te worden. Niets doet vermoeden dat dit voorlopig ook ons laatste bakkie koffie was.

Zonsopkomst boven de Egeische Zee

De harde wind mee die voorspeld is voor de ochtend blijkt helaas weinig wind tégen te zijn, dus we varen op de motor. Eerst nog met het grootzeil erbij, maar later moet ook dat weg. De voorspelde hoge golven zijn namelijk wél van de partij en de wind laat het helemaal afweten. De route voert ons langs twee kapen: Kamili vlak onder Monemvasia en de grotere kaap Malea, de meest zuidoostelijke punt van de Peloponesos en de scheiding tussen de Ionische en de Egeische Zee. Bij kapen staat vaak een hele vervelende zee en kaap Malea blijkt acheraf ook nog een hele beruchte te zijn. Zonder wind in de zeilen is Coco een speelbal van de golven, die hier werkelijk van alle kanten komen. We vliegen van bakboord naar stuurboord en maken enorm veel slagzij. Al snel blijkt ook dat we binnen niet zeevast genoeg zijn ingericht. Er vliegt van alles door de kajuit inclusief de vers gezette koffie. Meer dan één bakkie zit er voorlopig dus niet in. Ik stuur en probeer op de juiste afstand van de kaap te blijven zonder precies te weten waar dat is. Niet te dichtbij want daar is de zee te wild en niet te ver er vanaf, want dan varen we teveel om. Ron ruimt benedendeks de rotzooi op en blijft er daarna met de Captain op de grond zitten. Jack kan nauwelijks nog op zijn pootjes blijven staan en vindt het niet leuk meer. Wij ook niet trouwens.

Er razen allerlei gedachtes door mijn hoofd: ‘Waarom doen we dit eigenlijk? Waarom zijn we hier ooit aan begonnen? Ik wil terug naar de kanalen. Ik wil gewoon een huis en vaste grond onder mijn voeten. Ik ben bang. Ik wil dit niet meer. Ik wil nog niet dood.’ Ron zegt niet verder te varen dan Kythira en dan terug te gaan. We zijn één kaap te ver gegaan volgens hem. Maar voorlopig zit er niets anders op dan doorvaren, want de terugweg zal net zo vervelend zijn of nog erger als de Noordenwind straks wél opsteekt. Ik houd me vast aan de gedachte dat het na de kapen beter wordt en het venijn dit keer niet in de staart zit.

Bezoek van de kustwacht

En dat is gelukkig ook zo. Zodra we het laatste stukje Peloponesos achter ons laten, wordt de zee langzaam rustiger. Niet dat de golven lager worden, integendeel, maar ze komen nu netjes schuin van achteren en leveren weinig problemen op. Even krijgen we nog een flitsbezoek van de kustwacht, maar gelukkig varen ze, na een kritische blik op onze boot vanaf hun voordek, weer net zo snel weg als ze gekomen zijn. Later lezen we dat er die dag in de buurt een zeiljacht voor anker is aangehouden met een ton marihuana aan boord. Om 11 uur ’s ochtends kunnen we eindelijk wat eten en drinken en daarna zelfs de zeilen hijsen. Onder vol zeil varen we halve wind met zo’n 4 à 5 knopen richting Kapsali op Kythira. Het is nu alweer moeilijk voor te stellen hoe anders de wereld er een uurtje geleden nog uitzag. Hoe anders wij er een uurtje geleden aan toe waren.

De baai van Kapsali

Als we Kapsali naderen is alles rustig. We weten nog niet zeker of we gaan ankeren in de baai of aanleggen aan de kade, dus we wachten nog even met het klaarmaken van de boot. Anders dan de Pilot doet vermoeden, ziet het er bij de kade heerlijk rustig uit. We besluiten om daar aan te leggen, maar dit keer wel op ons boeganker. Stootwillen en landvasten zijn we door de chaos in ons hoofd even vergeten, maar met wat kunst- en vliegwerk komt het toch nog goed. We blijken alleen over maar liefst twee ankerkettingen heen te liggen, zo meldt onze Griekse buurman die gelijk het water is ingedoken om de boel te inspecteren. ‘We will fix it’, zeg ik vol zelfvertrouwen en vraag me direct af hoe we dat waar gaan maken. Duiken naar ons anker op vijf meter diepte en het dan ook nog verleggen is voor ons geen peuleschil. Anders moeten we ons anker weer ophalen en opnieuw aanleggen. Dan zie ik ineens een mooie jongeman naast Coco in het water met een duikbril op zijn hoofd. ‘Are you a really good diver?’, vraag ik hem op mijn allerliefst. ‘Yes’, glundert hij van oor tot oor. Het blijkt de zoon van de Italiaanse buren te zijn en natúúrlijk wil hij wel helpen. Hij zwemt met Ron mee en in no time heeft hij het anker op de goede plek liggen en de ketting mooi recht. De Griekse buurman kijkt licht verbaasd als ik hem vijf minuten later meldt dat alles is opgelost.

Het strand van Kapsali

Daar zitten we dan met z’n drietjes onder de bimini. Lieve buren naast ons. Heerlijk bijkomen in de kuip met een ijskoud biertje en uitzicht over de strandjes en tavernes aan de overkant. Zonnetje aan de hemel en een verfrissend briesje erbij. Niks aan het handje. Onvoorstelbaar hoe dit allemaal in een dag kan zitten.

10 gedachten over “Schril contrast”

  1. Ja, kan ik me heel goed voorstellen. Ik vaar veel in Kroatie en daar heb je de bekende Bora bora. Komt uit het niets en is meestal na een paar uur weer verdwenen. Maar tijdens die paar uur denk ik dan ook, waarom doe ik dit eigenlijk ?

    Geliked door 1 persoon

  2. Wauw wat een prachtige beschrijving weer van jullie belevenissen. Hoe lang zijn jullie inmiddels onderweg en hoe lang is de planning om aan boord te blijven wonen? Groetjes uit Limassol, Mick

    Geliked door 1 persoon

    1. Hi Micky, we zijn onderweg sinds april 2017 en we blijven aan boord wonen zolang we het leuk vinden. We hebben geen planning. Misschien moeten we wel weer een keertje wat geld gaan verdienen, maar dat zien we dan wel weer 😉

      Like

Plaats een reactie